Voer wordt gekocht op basis van acceptatie en ontlasting

Fahey: "Mensen kopen voer op basis van twee zaken. Op eerste plaats komt de acceptatie. Je zet het op de grond en de hond maakt de bak helemaal leeg."

Hij pakte een potlood en hield het in de lucht: "De tweede is hoe de ontlasting eruit ziet. Die moet ongeveer half zo lang zijn als een potlood en net zo makkelijk op te rapen.




Dat moet wel wanneer de hond op de 34e verdieping gehouden wordt bij mensen met een witte vloerbedekking. En het moet helemaal wanneer de hond in bed ligt, onder de lakens."

Ineens wordt het duidelijk waarom Fahey zijn wetenschappelijke carrière toegewijd heeft aan onderzoeken van allerhande soorten zetmeel, koolhydraten en vezels en waarom hij buisjes aanbrengt in honden om te analyseren wat ze verteerd hebben voordat de spijsvertering helemaal klaar is.

Hij is een confrontatie aangegaan met de gigantische uitdaging om de darmbewegingen van honden onder controle te krijgen. Volgens hem zitten er minstens 30 procent eiwitten en 20 procent vetten in een goed merk voer.

"Is het nodig om zoveel te voeren? Nee. Maar zo wordt 88 procent verteerd. Dat is goed, want je wilt niet dat de hond zijn behoefte in huis doet als je de hele dag weg bent.

Dit krijg je niet voor elkaar met een voer van maïs en soja. Dat kan hij niet ophouden."

Er is veel variëteit – de winkelschappen liggen vol van Alpo tot ZiwiPeak. De omzet van de pet food industrie kwam vorig jaar in de buurt van 15 biljoen US$.

In 1999 werd Iams overgenomen door Proctor "&" Gamble voor meer dan 2 biljoen US$ en twee jaar later werd Ralston Purina opgekocht door Nestlé voor 11 biljoen.

De multinational Mars Pectare verkoopt Whiskas en Pedigree en daarnaast Royal Canine, Sheba, Kitekat, Frolic, Trill Aquarian en nog veel meer merken.

In 2005 gaven de grote voerproducenten bijna 300 miljoen US$ uit aan advertenties.

Door George Fahey en zijn academische titel besparen ze zich de negatieve publiciteit, wanneer ze zelf honden zouden opereren en veranderen om testen te kunnen doen.




Toch hebben de industriële giganten ook onderzoekscentra in hun bezit, zoals de 55 ha grote onderzoeksfaciliteiten in St. Louis, waar de wetenschappers van Nestlé Purina onderzoek verrichten naar moleculaire biologie, immunologie en aromatische chemie.

Terwijl de pet food industrie miljoenen in de ontwikkeling en massaproductie van brokken, koekjes en snoepjes stopt, wordt ze uitgedaagd door een horde nieuwe ondernemers.

Ze:

1. maken prestigieuze diervoeding,

2. betrekken hun ingrediënten van organische leveranciers,

3. gebruiken duurzame verpakkingen,

4. stellen het voer samen met ingrediënten die geschikt zijn voor mensen en

5. houden er een revolutionaire filosofie op na.