Cholesterol, de conclusies

Zit er niet genoeg cholesterol in de voeding, dan maakt het lichaam zelf meer. Zit er genoeg in de voeding, dan wordt de productie in de lichaamscellen gestopt.

Het lichaam van een gezonde hond, kat of mens – die zijn evolutionaire voeding eet – reguleert de cholesterol productie zelf.




Op een manier, dat er nooit meer dan de benodigde hoeveelheid geproduceerd kan worden.

Dit leidt tot gezondheid – niet tot ziekte.

Het lichaam van honden, katten en mensen die voeding eten met een enorme lading koolhydraten in de vorm van zetmeel en suiker, stelt de cholesterol productie bij naar boven en kan deze daarna niet meer bijstellen naar beneden.

Na een koolhydraatrijke maaltijd wordt er tot 100 procent meer cholesterol geproduceerd.

Dit komt omdat de insuline domineert in het bloed in plaats van de glucagon – en dat is het directe gevolg van de grote lading koolhydraten na het eten.

Voeding met veel koolhydraten en veel cholesterol zorgt voor een gevaarlijke stijging van het LDL cholesterolhehalte van het bloed.

Er circuleert zoveel LDL cholesterol, dat het zich begint af te zetten tegen de vaatwanden.

Dit betekent dat voeding met veel cholesterol en koolhydraten gevaarlijk is voor de gezondheid van het hart.

Met deze voeding kan er niets beschermd worden door cholesterol regulatie. Onder invloed van de insuline blijft het lichaam doorgaan met de productie van LDL cholesterol.

Eten honden, katten en mensen hun evolutionaire voeding, dan wordt dit verhaal heel anders. De evolutionaire voeding bestaat vooral uit dierlijke eiwitten met een lage glycemische lading.

Deze komt voort uit kleine hoeveelheden groenten en fruit met een lage glycemische waarde – en praktisch geen zetmeel en suiker.

Het resultaat is een lage bloedinsuline en een hoge bloedglucagon. Hierdoor wordt de productie van cholesterol gereguleerd.

Dit verhaal wordt bevestigd in elke biochemisch leerboek.

Het is volkomen logisch vanuit het evolutionaire standpunt.

De voeding waarmee alle drie diersoorten (hond, kat en mens) evolueerden, bevatte veel dierlijke eiwitten en weinig zetmeel en suikers.

Door de grote inname van dierlijke eiwitten met veel cholesterol werd en wordt het hormoon glucagon aan het werk gezet om de cholesterolproductie in de lichaamscellen te verminderen – omdat er al genoeg in de voeding zit en het lichaam zelf niet hoeft aan te maken.