Honden in de tropen
Ik wil graag wijzen op de gevaren die honden in de tropen steeds bedreigen. Geen hond ontkomt daar aan het binnendringen door de voetzolen van de beruchte mijnworm.
Deze ongeveer 1-1½ cm lange wormpjes voeden zich niet, zoals de lintworm, met het voedsel dat in de darm aanwezig is, maar met het slijmvlies van darmwand en darmvlokken.
Hierdoor kan de darmwand zodanig beschadigd worden, dat er geen normale resorptie van de voedingstoffen meer kan plaatsvinden. Mijnworm-honden zijn in de regel dan ook broodmager!
De kleine, driehoekige, uiterst moeilijk heelbare wondjes die in het darmslijmvlies gemaakt worden, blijven doorbloeden. Daardoor kan een aanzienlijk bloedverlies plaatsvinden en bloedarmoede optreden.
De ontlasting is brijachtig en door het bloed donker gekleurd; soms is er bloeddiarree.
In de tropen is men er daarom wel op aangewezen zijn hond profylactisch om de 4 a 5 maanden de mijnwormkuur te geven, hetzij met tetrakoolstof, tetrachlooraethyleen of met chenopodium olie.
Het is belangrijk om de hulp van de dierenarts in te roepen.