De mythe van de volwaardige voeding

Als iemand vraagt wat er gedaan zou kunnen worden om de doffe of slechte vacht van zijn huisdier te verbeteren, adviseren dierenartsen en fokkers vaak om de voeding van het dier te veranderen.

De huid is het grootste uitscheidingsorgaan van het lichaam en vaak een van de eerste indicaties van slechte voeding. Het voer dat u aan uw dier geeft, kan van topkwaliteit zijn, maar blijkbaar zitten er niet de juiste voedingsstoffen in. De behoefte aan voedingsstoffen kan sterk variëren per dier.




De pet food industrie doet onze dieren een groot onrecht aan met de zeer algemene en minimale eisen wat betreft voedingsstoffen, mineralen en vitamines. Hoewel de vastgestelde minima dienen als maatstaf voor dierenartsen en dierenverzorgers, kunnen slechts weinig dieren goed functioneren op een minimum aan voedingsstoffen.

Een minimale invulling van de voedingsbehoefte is niet het ideale gemiddelde voor uw huisdier. Het is een wetenschappelijk aangetoond punt. Elke hoeveelheid minder is een potentiële kans op ondervoeding.

De industrie faalt met de stelling dat hun huisdiervoeders gebalanceerd zijn voor het gemiddelde dier. Er zijn geen gemiddelde dieren. Ze zitten aan de ene dan wel aan de andere kant van dat gemiddelde.

Er is een overvloed aan minimum garanties op het etiket. Als men verklaart dat er 8 procent ruwe vetten verwerkt zijn in een product, kan het ook wel zijn dat er 10 procent of zelfs 12 procent in verwerkt is. Die variatie kan een enorm verschil betekenen voor de gezondheid van uw dier.

De garanties voor ruwe eiwitten (protein), ruwe vetten (fat) en ruwe vezelstoffen (fiber) zijn allemaal voortvloeisels uit de chemische analyse van het product. Het geeft geen enkele aanwijzing over de mate van beschikbaarheid - of het lichaam de voedingsstoffen eruit kan halen en verteren en opnemen.

Wat eet uw huisdier?

William Pollak, DVM

Zaken om bezorgd over te zijn:

De etiketten zijn misleidend en verdraaien de feiten over de voedingswaarde.

1. Bepaalde toevoegingen, zoals kleurstoffen en geurstoffen, worden gedaan voor de menselijke koper, niet voor de dierlijke consument.

2. Voedingstekorten in het product leiden tot overmatige consumptie, de verkoop van meer balen voer en het ontwikkelen van nog meer verschijnselen van ondervoeding.

3. De verwachte levensduur van onze huisdieren neemt af met elke nieuwe generatie.

Chronische, allergische reacties hebben altijd te maken met voeding. Ze zijn lastig, pijnlijk en behoeven allerhande behandelingen, die de onderliggende ziekte en oorzaak niet aanpakken.

Dingen die te maken hebben met voeding krijgen weinig aandacht in de media, omdat het vooral technische zaken zijn waarover geschreven wordt. Dit leidt vaak tot het opsommen van onbekende termen en namen.

De inkomsten uit de advertenties van de grote voermerken zijn enorm en constant. Vaak balanceert de redactionele politiek tussen nieuwswaarde en zakelijke belangen. Het resultaat is dat negatieve berichtgeving over de producten van de adverteerders omzeild wordt.

Dit is niet politiek noch sensationeel. Het is gewoon iets waar we elke dag mee te maken hebben: een gebrek aan goede informatie. De producenten houden zich stil: ze verkopen hondenvoer op een markt die bol staat van de concurrentie tegen prijzen die al jarenlang hetzelfde gebleven zijn.

Heeft u er wel eens stil bij gestaan, waarom de prijzen nooit omhoog gaan? Het ruwe materiaal dat deze producenten door elkaar mengen om pet food te maken, de bekende soorten die u aantreft in alle winkels, is afkomstig van behoorlijk dubieuze, en in een aantal gevallen, ongelooflijke bronnen die noch voor mens noch voor dier geschikt zijn.

Om de zaak nog ingewikkelder te maken worden op de etiketten van de diverse producten vage termen gebruikt. De opgesomde items zijn kreten om de niet zo wenselijke lading dekken.

Eiwitten, vetten, koolhydraten en ruwe vezels zijn zeer algemene categorieën in de voeding. Ze geven geen enkele informatie over de herkomst van de voedingsstoffen, de kwaliteit en de mate waarin ze verteerd en opgenomen kunnen worden door het lichaam.

Mijn voornaamste redenen tot bezorgdheid zijn:

1. Er zitten ingrediënten in, chemische stoffen, gifstoffen en toxines die ongeschikt zijn voor consumptie.

2. Er ontbreken belangrijke voedingsstoffen die deel zouden moeten uitmaken van het dagelijkse dieet van uw huisdier.


De producent is bij wet verplicht om op de verpakking te vermelden wat de inhoud is. Deze wetten bestendigen een classificatie systeem dat niets te maken heeft met de voedingswaarde. De producenten kunnen gebruik maken van onduidelijke en gemakkelijk mis te verstane termen - en ze doen dit ook.

Waarom zijn de etiketten zo onduidelijk? De eerste en belangrijkste vraag om te komen tot een betere indicatie van de voedingswaarde van het product dat we kopen, betreft het percentage aanwezige, verteerbare stoffen in het voer.

Een substantie is alleen een voedingsstof, als het verteerbaar is. Met andere woorden: als het verteerd en opgenomen kan worden door het dier dat het product eet.

Onverteerbare ingrediënten kunnen variëren van, op zijn best, onverteerbaar afval tot, op zijn slechts, dodelijke toxinen en gifstoffen.

Nergens op de verpakking is te lezen hoeveel van de inhoud ook daadwerkelijk opgenomen en verteerd kan worden.

Het is een feit dat dieren die leven op fabrieksvoer in de regel chronisch ondervoed zijn door het overmatige gebruik van vulmiddelen zonder enige voedingswaarde, verschaalde en bedorven voedingsstoffen en chemische stoffen in de brokken of het blikvoer.

Deze lege voeding heeft een niet vitale staat van gezondheid tot gevolg – en een verzwakt immuun systeem is een vruchtbare bodem voor allerhande kwalen en gebreken.

De gemiddelde hondenbezitter voelt zich tevreden, als hij de winkel uitstapt met een grote baal voer op zijn schouder, die hij voor een zeer aantrekkelijke prijs heeft kunnen bemachtigen. Thuis aangekomen, valt het huisdier aan op de bak met brokken.

De eigenaar ziet dit als een bevestiging dat hij kwaliteit in huis gehaald – en zijn portemonnee gespaard heeft. De hond is gek op het voer!

Deze animo is vaak een teken van een tekort aan deugdelijke voeding.

Het gulzige naar binnen slaan en nooit genoeg schijnen te hebben: het zijn zaken die dagelijks waargenomen kunnen worden tijdens het eten.

Het zijn deze zaken die - samen met een stressige activiteit, die eigenlijk nooit opvalt tot beter voer gegeven wordt en het verschijnsel verdwijnt - aangeven dat er voedingstekorten zijn.

De baal met voer is snel leeg. Vulmiddelen zonder voedingswaarde en eetlust stimulerende middelen (verslavende stoffen zoals sucrose, graanstroop, zout en kunstmatige smaakstoffen) hollen de reeds ondervoede staat van het dier steeds verder uit.

Als een dier veel eet van een product met een geringe voedingswaarde, moet hij zich letterlijk door alle extra calorieën,eiwitten, koolhydraten en afvalproducten heen eten om nog wat profijt te hebben van de voedingsstoffen die aanwezig zijn.

Deze voortdurende staat van ondervoeding ondanks regelmatig eten, levert een sympathiek, maar sloom dier op. Een levende, gestreste en niet vitale viervoeter.

Het eindresultaat is een te zware, pafferige, ondervoede hond met een slechte vacht, die leeft op de grens van chronische vergiftiging.

Dit is de voornaamste reden dat de levensverwachtingen van onze huisdieren met het jaar afnemen. Onze dieren zijn nog net in staat om te overleven op wat ze te eten krijgen.

Overleven is echter niet genoeg. Elk levend wezen moet beter kunnen functioneren dan net overleven.