Het Bottendocument, deel 2
Schapenbotten en kippenbotten met vlees kunnen nogal vet zijn. In de voeding van de voorouders van onze honden is het vetgehalte laag. Onze slachtdieren worden vetgemest en er zit veel meer vet aan dan de voorouders van onze honden ooit gegeten hebben.
Er zijn honden die in het begin geen vet verdragen en er zijn honden die nooit veel vet kunnen verdragen. Snij het vet zoveel mogelijk weg of geef deze botten niet meer. Vetrijke voeding past niet bij barf of de natuurlijke, rauwe voeding van de hond.
Alvleesklier
Er zijn honden die pancreatitis krijgen na het eten van rauwe vleesbotten met veel vet. Meestal zijn het oudere honden die te zwaar zijn en hun hele leven lang brokken gegeten hebben.
Beantwoordt uw hond aan een of meerdere punten hierna, dan kan hij aanleg hebben voor pancreatitis:
1. Honden die in het verleden pancreatitis gehad hebben;
2. Honden van rassen of bloedlijnen die een genetische aanleg hebben, zoals bijv. Shelties;
3. Honden van middelbare leeftijd die veel te zwaar zijn.
Dan is het raadzaam om alleen magere botten met vlees te geven en alle zichtbare vet van vooral kippennekken en lamsbotten weg te snijden.
Geef uw hond geen rauwe botten met vlees en vet als u merkt dat zijn darmen van slag raken.
Het inslikken van grote stukken bot
Dit veroorzaakt over het algemeen geen problemen. Toch is het wel eens voorgekomen dat een bot klem zat in de slokdarm of de luchtpijp afsloot, waardoor verstikking dreigde.
Beruchte botten zijn kalkoennekken en koeienstaarten. Het is belangrijk om te leren hoe u de Heimlich Manoeuvre toepast op uw hond.
Blijf er in het begin bij en observeer hoe uw hond zijn rauwe botten met vlees eet. Heeft hij de neiging om te grote stukken naar binnen te werken, leer hem dan om er kleinere stukken af te knagen door het bot vast te houden terwijl hij eet.
Hond wil geen rauwe botten met vlees eten
Moet uw hond nog overtuigd worden van de eetbaarheid van een vleesbot? Dan kunt u:
1. het een paar minuten in kokend water leggen,zodat de buitenkant niet rauw meer is.
2. het opwarmen tot lichaamstemperatuur.
3. wat kaas er over strooien, of knoflookpoeder of iets anders dat hij lekker vindt.
4. inwrijven met gemalen pens, yoghurt, eigeel, bliksardien, pindakaas enz.
5. het vlees insnijden zodat hij het beter kan pakken.
6. in kleine stukken kappen en met de hand voeren.
7. malen en een beetje door zijn eten mengen.
Bij honden begint de spijsvertering in de maag. Met zijn tanden trekt, scheurt en knipt hij stukken vlees van het bot tot ze klein genoeg zijn om doorgeslikt te worden.
Ook het bot wordt gekraakt, verbrijzeld en geknipt tot stukjes, die klein genoeg zijn om naar binnen te glijden. Speeksel dient als glijmiddel.
Hond slikt grote stukken in
Er zijn honden, die te grote stukken naar binnen werken. Ze komen na een tijdje weer naar buiten en worden dan verder verkleind tot ze wel geaccepteerd worden door de maag. Dit kan een nare ervaring zijn voor wie het nog nooit hebt meegemaakt.
Er zijn ook honden die alles naar binnen schrokken. De stukken zijn zo groot, dat ze een gevaar vormen voor de hond. Ze kunnen klem gaan zitten in de slokdarm, waardoor hij niet meer kan ademen.
Uw hond heeft uw hulp nodig als hij niet weet hoe hij een bot met vlees moet eten.
U maakt de stukken zo klein, dat ze zonder problemen in de maag belanden en verteerd kunnen worden - of zo groot, dat hij er mee aan het werk moet om ze te verkleinen.
U houdt het vleesbot in uw hand, zodat hij er kleine stukjes af moet bijten. Meestal valt het kwartje snel en is uw hulp na een paar dagen niet meer nodig. Wel oppassen, dat hij niet in uw hand bijt.
Hond braakt stukjes bot
Een hond die niet gewend is om botten te eten, braakt soms botstukjes met wat slijm. Daarna wordt het in kleinere stukken geknipt en weer opgegeten. Soms laat hij het liggen.
U hoeft zich hier geen zorgen over te maken. Ook ervaren botteneters braken soms kleine stukjes bot uit, die ze niet kunnen verteren.
Zitten er onverteerde stukjes bot in de ontlasting, dan was het bot misschien te hard. Het kan ook zijn dat er problemen zijn met de vertering ervan.
Dan kun u beter zachtere botten geven, die gemakkelijker te verteren zijn, of tijdelijk gemalen vleesbotten voeren, waar verteringsenzymen doorheen gemengd zijn.
De enzymen moeten 15-20 minuten inwerken.
Na een week probeert u of hij in stukjes gekapte botten met vlees kan verteren. Gaat dit goed, dan maakt u de stukken langzaam groter tot hij alle bot goed kan verteren. Heb geduld en geef de hond de mogelijkheid om zich aan te passen.
Heeft u kippenvleugels gevoerd als eerste kennismaking met rauw eten en worden deze weer opgebraakt zonder opnieuw gegeten te worden? Dan geeft u ze voorlopig niet meer. Het zijn dragende botten, ook al heeft de kip er nooit mee gevlogen.
Stap over op nekken of ruggen, die door praktisch alle honden goed verdragen worden.
Veel minder ontlasting en het is wit
Een hond die rauwe voeding eet, produceert veel minder ontlasting. Het eten wordt beter verteerd en opgenomen door het lichaam. Er komt veel minder afval naar buiten. De ontlasting verkleurt wit en dit komt door de botten.
Is de ontlasting altijd wit en droog en korrelig, dan voert u te veel botten. Vaak heeft de hond moeite om het naar buiten te persen. Af en toe kan dit geen kwaad, want dan worden de anaalklieren geledigd.
Toch kunt u beter meer vlees geven - of minder bot.
Produceert uw hond alleen kalkpoep? Dan krijgt hij te veel bot en te weinig vlees binnen.
Geef nooit kale botten.
Honden kunnen verstopt raken na het eten van kale botten. De aminozuren zijn niet kompleet en uw hond kan de eiwitten niet optimaal benutten.
Worden af en toe onverteerde stukjes bot uitgebraakt, dan is dit geen reden tot ongerustheid. Het is de manier waarop dieren (en mensen ook) zich ontdoen van zaken die niet lekker in de maag zitten.
Braakt uw hond alleen stukjes bot van een bepaald dier of een bepaald deel van een dier, dan kan dit een aanwijzing zijn dat hij dit niet kan verdragen. Dan geeft u deze botten voorlopig niet meer.