De onderzoeken van Dr. Weston Price

De Dieet Dictocraten zijn er in geslaagd om de Amerikanen ervan te overtuigen dat boter gevaarlijk is terwijl het in werkelijkheid een gewaardeerd onderdeel van de voeding is van veel traditionele volkeren en een bron van de volgende voedingsstoffen:

in vet oplosbare vitamines zoals vitamine A of retinol, vitamine D, K en E plus hun natuurlijk aanwezige co-factoren die nodig zijn om de maximale werking te behouden.




De beste bron van deze voedingsstoffen in Amerika is boter. In feite wordt vitamine A gemakkelijker opgenomen en benut uit boter dan uit elke andere bron. Gelukkig zijn in vet oplosbare vitamines behoorlijk stabiel. Ze overleven de pasteurisatie.

Toen Dr. Weston Price een studie verrichte naar de voeding van geïsoleerde bevolkings groepen, kwam hij tot de ontdekking dat boter vaak de basis vormde van hun voeding. Hij heeft geen enkele groep gevonden die meervoudig onverzadigde vetzuren gebruikte.

De bevolkingsgroepen die hij bestudeerde, hadden veel waardering voor de diepgele boter van koeien die graasden op snel groeiend gras. Hun intuïtie vertelde hen dat de vitaliserende kwaliteiten ervan zeer nuttig waren voor moeders en kinderen.

Toen Dr. Price deze diepgele boter analyseerde, ontdekte hij dat er heel veel in vet oplosbare vitamines in zaten, vooral vitamine A. Hij noemde ze katalysators of activators.

Volgens Dr. Price zijn we zonder deze activators niet in staat om de mineralen die we eten, goed te benutten ongeacht de hoeveelheden die aanwezig zijn in de voeding.

Vitamine A en D zijn van essentieel belang voor

De groei

Gezonde botten

Een goede ontwikkeling van de hersenen en het zenuwstelsel

Een normale ontwikkeling van de voortplantingsorganen.

Veel studies hebben aangetoond dat boter belangrijk is voor de voortplanting. Afwezigheid van deze vitamines zorgen voor een "voedingstechnische castratie", het onvermogen om mannelijke en vrouwelijke zaadjes voort te brengen.

Kalveren die gevoerd worden met vervangingsmiddelen van boter waren niet in staat om goed te groeien of vruchtbaar te zijn.

Door de verminderde boterconsumptie in Noord Amerika is het aantal onvruchtbare mensen en mensen die problemen hebben met de ontwikkeling van voortplantingsorganen, toegenomen.

Niet alle gemeenschappen die Dr. Price bestudeerde aten boter, maar alle groepen die hij observeerde deden veel moeite om voedingsmiddelen te vinden waarin veel in vet oplosbare vitamines zaten – vis, schelpdieren, kuit, orgaanvlees, walvisspek en insecten.

De geïsoleerde, traditionele volkeren waren niet op de hoogte van de namen van de vitamines in deze voedingsmiddelen, maar ze wisten hoe belangrijk ze waren als voeding en ze aten vrijwillig dierlijke producten waar deze stoffen in zaten.

Zij dachten – terecht - dat ze belangrijk waren voor een goede vruchtbaarheid en de optimale ontwikkeling van kinderen

Dr. Price analyseerde het gehalte aan voedingsstoffen van de verschillende inheemse voedingen en ontdekte dat deze ongeveer tien keer zoveel in vet oplosbare vitamines bevatten als die van de Amerikanen in de jaren 1930.

Deze verhouding zal tegenwoordig nog wel extremer zijn omdat de Amerikanen bewust de consumptie van dierlijke vetten verminderd hebben.

Dr. Price realiseerde zich dat de in vet oplosbare vitaminen de basis waren van de mooie bottenstructuur, de prachtige gebitten en de knappe, goed geproportioneerde gezichten die zo karakteristiek zijn voor de leden van geïsoleerde, traditionele samenlevingen.

Amerikaanse kinderen eten geen vis of orgaanvlees, of in ieder geval niet veel. Walvisspek en insecten zijn geen deel van de westerse voeding. Veel mensen eten zelfs geen eieren.

De enige, goede bron van in vet oplosbare vitamines die wel gegeten wordt is boter.

Boter wordt toegevoegd aan groente en op het brood gesmeerd, room wordt toegevoegd aan soepen en sauzen. Ze zorgen voor een goede omzetting van de mineralen en de in water oplosbare vitamines in groente, granen en vlees.

De Wulzen Factor: ook wel 'antistijfheid' factor genoemd, zit in rauw, dierlijk vet.

Onderzoeker Rosalind Wulzen ontdekte dat deze samenstelling mens en dier beschermt tegen verkalking van de gewrichten – degeneratieve artritis.

Het beschermt ook tegen verkalking van de bloedvaten en van de pijnappelklier. Kalveren die gevoed worden met gepasteuriseerde melk of afgeroomde melk krijgen stijve gewrichten en groeien niet goed.

Deze verschijnselen verdwijnen wanneer rauw botervet toegevoegd wordt aan de voeding. De Wulzen Factor wordt vernietigd door pasteurisatie – het komt alleen voor in rauwe boter, room en volle melk.

The Price Factor of Activator X. Activator X, ontdekt door Dr. Price, is een krachtige katalysator die bijvoorbeeld het lichaam assisteert bij de opname en benutting van mineralen, zoals vitamine A en D dat ook doen.

Het komt voor in de organen van grazende dieren en sommige zeedieren.

Boter kan een bijzonder rijke bron zijn van Activator X - als het gemaakt wordt van de melk van koeien die snelgroeiend gras eten in het voorjaar en de herfst.

Het is niet te vinden in de melk van koeien die meel van katoenzaad eten of voeding die gebaseerd is op eiwitrijk soja. Gelukkig wordt Activator X niet vernietigd door pasteurisatie.

Arachidonzuur. Een meervoudig onverzadigd vetzuur met 20 koolstofatomen en vier dubbele bindingen dat in kleine hoeveelheden aangetroffen wordt in dierlijke vetten.

Arachidonzuur (AA) speelt een rol bij het functioneren van de hersenen, is een belangrijk onderdeel van de celmembranen en is een voorloper van belangrijke prostaglandinen.

Er zijn "goeroes" die waarschuwen voor voedingsmiddelen met veel AA. Ze beweren dat het bijdraagt aan de productie van "slechte" prostaglandinen, die ontstekingen veroorzaken, maar de prostaglandinen die deze ontstekingen omgedaan maken, worden ook van arachidonzuur gemaakt.

Vetzuren met een korte en middellange keten: boter bevat ongeveer 12-15% vetzuren met een korte en middellange keten. Deze hoeven niet geëmulgeerd te worden door de galzure zouten maar worden direct uit de dunne darm opgenomen door de lever waar het omgezet wordt in snelle energie.

Deze vetzuren hebben antibacteriële en antitumorale eigenschappen en ondersteunen de weerstand, vooral laurinezuur met 12 koolstofatomen, een vetzuur met een middellange keten dat niet in andere dierlijke vetten zit.

Het zeer beschermende laurinezuur zou eigenlijk een conditioneel essentieel vetzuur genoemd moeten worden. Het wordt alleen in de melkklieren gemaakt wordt en niet in de lever, zoals andere verzadigde vetzuren.

Omega 6 en Omega 3 vetzuren. Ze zitten in kleine maar bijna gelijke hoeveelheden in boter. Deze uitstekende balans tussen linolzuur en linoleenzuur voorkomt problemen die te maken hebben met het eten van teveel Omega 6 vetzuren.

Geconjugeerd linolzuur. Boter van weidekoeien bevat linolzuur dat opnieuw samengevoegd is en krachtige kankerwerende eigenschappen bezit. GLA verdwijnt als de koeien gevoerd worden met hooi of fabrieksvoer.

Lecithine. Lecithine is een natuurlijk bestanddeel van boter dat helpt bij de correcte omzetting en metabolisatie van cholesterol en andere bestanddelen van vet.

Cholesterol. Er zit veel cholesterol in moedermelk, omdat het belangrijk is voor de groei en de ontwikkeling van de baby. Cholesterol is ook nodig voor de productie van een aantal steroïden die bescherming bieden tegen kanker, hartaandoeningen en geestesziektes.

Glycosphingolipiden. Deze vetsoort beschermt tegen darmontstekingen, vooral bij jonge kinderen en ouderen. Daarom hebben kinderen die afgeroomde melk drinken tot vijf keer zo veel last van diarree dan kinderen die volle melk drinken.68

Sporenelementen. Veel sporenelementen zijn een onderdeel van de vetbolletjes van de membranen van botervet, zoals mangaan, zink, chroom en jodium. In bergachtige streken, ver weg van de zee, beschermt jodium in de boter tegen verdikking van de schildklier.

In boter zit veel selenium, een sporenelement met antioxidante eigenschappen. Er zit meer in boter dan in haring of tarwekiemen.

Een veel gehoord bezwaar tegen het eten van boter en andere dierlijke vetten is, dat ze de neiging hebben om zich op te stapelen in vetweefsels, maar in water oplosbare gifstoffen zoals antibiotica en groeihormonen, stapelen zich op in het waterige deel van melk en vlees.

Groente en graan slaan ook afvalstoffen op. Een aanplant wordt gemiddeld tien keer bespoten met pesticiden – vanaf het moment van planten tot en met de oogst – terwijl koeien in het algemeen grazen op onbespoten weilanden.

Aflatoxine, een zwamsoort die op granen groeit, is een van de krachtigste, kankerverwekkende stoffen die bekend is.

Het is correct om aan te nemen dat al onze voedingsmiddelen, van plantaardige zowel als van dierlijke herkomst, besmet kunnen zijn. De oplossing voor gifstoffen in het milieu is niet het mijden van dierlijke vetten in de voeding – die zo belangrijk zijn voor de groei, de voortplanting en de algehele gezondheid.

We moeten meer organisch vlees en boter van weidekoeien eten - en organische groenten en granen. Deze worden steeds meer verkocht in natuurwinkels en supermarkten en via internetshops en coöperaties.