Indeling vetten naar de lengte van de koolstof atomen

Onderzoekers rangschikken vetzuren naar de mate van verzadiging - en naar hun lengte.

1. Korte keten - 4 tot 20 koolstofatomen. Deze vetten zijn altijd verzadigd. "Butyric" zuur (het Latijnse woord buta betekent gas) met vier koolstofatomen zit voornamelijk in botervet van runderen.

"Caprine" zuur (het Latijnse woord caper betekent geit) met zes koolstofatomen zit vooral in botervet van geiten.




Deze vetten bezitten antibacteriële eigenschappen – ze beschermen ons tegen virussen, schimmels en ziekteverwekkende bacteriën in de darmen.

Ze hoeven niet bewerkt te worden met galzouten om opgenomen te worden - ze worden meteen opgenomen.

Het ligt daarom niet voor de hand dat ze een gewichtstoename veroorzaken zoals olijfolie of commerciële plantaardige oliën. Vetzuren met een korte keten leveren ook een bijdrage aan de gezondheid van het immuun systeem.

2. Middellange keten - 8 tot 12 koolstofatomen.

Ze komen het meest voor in botervet en tropische olie.

Ook deze oliën bezitten antibacteriële eigenschappen. Net als de vetzuren met een korte keten kunnen ze onmiddellijk opgenomen worden voor snelle energie en leveren ze een bijdrage aan de gezondheid van het immuun systeem.

3. Lange keten - 14 tot 18 koolstofatomen die verzadigd, enkelvoudig onverzadigd of meervoudig onverzadigd kunnen zijn.

Stearinezuur is een verzadigd vetzuur met 18 koolstofatomen dat het meest voorkomt in talgvet van runderen en schapen.

Olinezuur is een enkelvoudig onverzadigd vet met 18 koolstofatomen en dit is het hoofdbestanddeel van olijfolie.

Een ander enkelvoudig onverzadigd vetzuur is palmitinezuur met 16 koolstofatomen dat krachtige antibacteriële eigenschappen bezit.

Het komt bijna alleen voor in dierlijke vetten. Deze essentiële vetzuren behoren tot de groep met de lange keten, beide hebben 18 koolstofatomen.

Een ander belangrijk vetzuur met een lange keten is gammalinoleenzuur (GLA) dat 18 koolstofatomen heeft met drie dubbele bindingen.

Het komt voor in Evening Primrose olie, borage olie en de donkere, gangbare oliën.

Het lichaam maakt GLA van Omega 6 linolzuur en gebruikt het voor de productie van prostaglandinen. Dit zijn hormonen die aanwezig zijn in bepaalde weefsels en veel processen op celniveau reguleren.

Vetzuren met een zeer lange keten hebben 20 tot 24 koolstofatomen. Ze neigen tot een hoge mate van onverzadiging met vier, vijf of zes dubbele bindingen.

Sommige mensen kunnen deze vetzuren maken van EFA’s (essentiële vetzuren).

Anderen missen de enzymen om dit te kunnen doen, vooral als hun voorouders veel vis hebben gegeten. Deze "obligate carnivoren" moeten hun GLA halen uit voedsel van dierlijke herkomst zoals orgaanvlees, eigeel, boter en visolie.

De belangrijkste vetzuren met een zeer lange keten zijn:

dihomo-gammalinoleenzuur (DGLA) met 20 koolstofatomen en drie dubbele bindingen

arachidonzuur (AA) met 20 koolstofatomen en vier dubbele bindingen

eicosapentaëenzuur (EPA) met 20 koolstofatomen en vijf dubbele bindingen

docosahexaëenzuur (DHA) met 22 koolstofatomen en zes dubbele bindingen.

Allen, behalve DHA, worden gebruikt voor de productie van prostaglandinen. Dit zijn hormonen die actief zijn in de weefsels en veel processen in de cellen (bege)leiden.

AA en DHA spelen daarnaast een belangrijke rol bij het functioneren van het zenuwstelsel.