Observaties van Evert Jan ter Burg

Wat kan er zoal te zien zijn op het moment dat het voedsel in de kennels gegooid wordt?

Wat opvalt is dat de dominante honden, meestal de oude reu, het recht van de eerste keus heeft.




De alfateef – de teef die na de dominante reu op de tweede plaats komt – heeft daardoor een kleinere keuzemogelijkheid, maar zeker na de eerste opwinding wordt haar door de dominante reu niets in de weg gelegd.

Als ze eenmaal enkele stukken vlees of botten in haar bezit heeft, zal de dominante reu daar op geen enkele manier aanspraak op maken.

Dan de jongere/ondergeschikte honden. Zij moeten zo snel mogelijk enkele stukken naar binnen schrokken.

Wanneer ze bijvoorbeeld een bot willen afkluiven, zullen ze zich strategisch op moeten stellen. Daarom moeten ze zich zo onzichtbaar mogelijk maken, door in een kuil of achter een struik te kruipen.

De heel jonge honden, de pups, vallen echter buiten deze voedselrangorde, zij kunnen ongestoord aan het voedsel komen.

Als de dominante reu – zeker bij het begin van het voederen – ziet dat een ondergeschikte hond een stuk vlees of bot heeft bemachtigd, dan geldt geen enkel pardon, het wordt van hem afgepakt, ook al is deze hond soms al twee of drie jaar oud.

Zolang ze ondergeschikt zijn, hebben ze op dat moment geen rechten. Als de eerste opwinding wat gezakt is en de alfareu voldoende gegeten heeft, dan is het mogelijk voor de ondergeschikte honden een eenmaal gepakt stuk vlees of bot te verorberen.

Wat betreft de dominante teef: ten aanzien van de jongere of ondergeschikte honden geldt dat zij zich niet mengt in de strijd om een stuk vlees.

Zij zal nooit naar de ondergeschikte honden toe gaan om voedsel af te pakken.




Voedsel afpakken van de alfareu door andere honden gebeurt niet. Ook van de alfateef wordt geen voedsel afgenomen.

Als er voldoende is gegeten en de honden verzadigd lijken, worden resten vlees begraven; vooral door de teven. Met de voorpoten wordt een gat in de grond gemaakt.

Het voedsel wordt er in gelegd en met de snuit wordt er aarde over het gat geschoven, waardoor het vlees bedekt wordt.

De besbetreffende hond blijft vlak bij of op enkele meters afstand van het begraven voedsel en accepteert niet dat een andere hond in de buurt komt.

Dit zullen de andere honden respecteren, tenzij het voedsel door een van de ondergeschikte honden is begraven. Wanneer, soms na uren, de hond zich verder dan enkele meters van het begraven voedsel verwijdert, is het mogelijk dat een andere hond naar die bewuste plek gaat en het voedsel wegneemt.

De hond die oorspronkelijk het voedsel heeft begraven zal dan geen poging doen dit te verhinderen of zelfs ook maar het voedsel af te pakken; weer vallen de duidelijk ondergeschikte honden hier buiten.