De maag
Nadat voedsel of water door de strot naar binnen glijdt, komt het in de slokdarm en wordt het opgeslagen in de maag. De maag van een wolf is eenvoudig en simpel vergeleken met planteneters.
Sommige planteneters hebben een maag die uit vier delen bestaat en waar kleine organismen het fijngemalen plantaardige materiaal afbreken en assisteren bij de vertering.
De wolf heeft geen ingewikkelde maag nodig - zijn voeding bestaat bijna uitsluitend uit zeer geconcentreerde en gemakkelijk te verteren vetten en eiwitten.
Hij heeft wel een maag nodig met een groot volume omdat hij niet altijd kan eten wanneer hij wil. Een planteneter kan altijd knabbelen aan planten, maar een wolf moet eerst een ander dier zoeken, jagen, pakken en doden voordat hij kan eten.
Na het doden van een dier is er een overvloed aan eten. Hij moet er zoveel mogelijk van eten, anders is hij het kwijt aan andere jagers of aaseters (prairiewolven, vossen, raven).
Dit probleem wordt opgelost door een maag die veel voedsel kan opslaan. Volgens Whitney (1949) gaat er ongeveer 4 kilo voedsel in de maag van een hond. Er is geen cijfermateriaal bekend over het volume van een wolvenmaag maar zijn capaciteit is minstens even groot.
Meerdere schrijvers hebben notities gemaakt over het gewicht van wolvenmagen die gevuld waren met voedsel. In Wood Buffalo Park in Canada werden de magen van alle wolven die giftig voedsel gegeten hadden, gewogen.
Twee magen waren leeg. Het gemiddelde gewicht van de 47 magen waar wel voedsel in zat, was ongeveer 2,5 kilo; de 2 zwaarste wogen elk ongeveer 5 kilo (Fuller en Novakowski, 1995). Omdat ze giftig voedsel hadden gegeten, mogen we aannemen dat ze meer gegeten zouden hebben wanneer ze waren blijven leven.
In Rusland werden 33 wolven gedood tijdens een onderzoek. De maag met de grootste inhoud woog 6 kilo (Makridin, 1962). Er zaten voornamelijk onverteerbare hoeven en haar in. Dat was de reden om aan te nemen dat de totale hoeveelheid die in een keer gegeten was, inclusief het bijbehorende vlees, meer dan 9 kilo moet zijn geweest.
De nauwkeurigste aantekeningen over de capaciteit van een wolvenmaag zijn gemaakt door Young. Hij kweekte tien wolven op tot ze ongeveer 3 jaar waren met een gemiddeld gewicht van ongeveer 40 kilo.
Nadat hij ze 2 dagen geen eten gegeven had, mochten ze net zoveel vers paardenvlees, rundvlees en vet eten als ze maar wilden. Toen hij ze meteen daarna opofferde, ontdekte hij dat het gemiddelde gewicht van hun magen ongeveer 8 kilo was.
De zwaarste maag is afkomstig van een mannelijke wolf in Colorado (Young, 1944). Hij werd in de vrije natuur gevangen en opgesloten in een kooi, waar hij een aantal dagen weigerde om te eten.
Op de achtste dag deed hij zich tegoed aan vers paardenvlees en vet. Daarna werd hij gedood. Zijn totale gewicht bedroeg circa 50 kilo; zijn maag plus inhoud woog circa 8,5 kilo.
De wolvenmaag is een orgaan met de functie van een voorraadkamer die beetje bij beetje voedsel doorgeeft aan de dunne darm, maar het is tevens het orgaan waar de vertering plaats vindt.
Er worden maagsappen geproduceerd die zoutzuur bevatten en enzymen - en er wordt een goed begin gemaakt met de vertering van de eiwitten in het vlees.
Vet wordt niet verteerd in de maag (Whitney, 1949). Vet wordt bijna in de originele vorm doorgelaten naar de dunne darm, samen met de gedeeltelijk verteerde eiwitten.