De rol van kalksupplementen bij Panosteitis

Bron: Dr. Ian Billinghurst – Grow Your Pups With Bones

Als kalk in zijn natuurlijke vorm gegeven wordt als rauwe botten met vlees, al dan niet gemalen, kan er nooit te veel kalk in het bloed opgenomen worden.

Kalksupplementen daarentegen zijn onnatuurlijk qua samenstelling. Bij een commercieel kalkproduct worden de originele grondstoffen, rauwe beenderen of rauwe vleesbeenderen, vermalen en vervolgens gekookt, verpulverd, gebleekt enz.




Er worden stoffen zoals vitamine D toegevoegd om de opname te optimaliseren. Er wordt meer kalk opgenomen dan nodig is voor een gezonde groei en de kalkhuishouding in het lichaam raakt verstoord. De gevolgen zijn tweeledig:

1. de kalk bindt zich met andere voedingstoffen die ook nodig zijn voor een goede groei en verandert daardoor in een lichaamsvreemde substantie die niet opgenomen kan worden.

De kalk verdwijnt uit het lichaam samen met voedingsstoffen zoals fosfor, ijzer, koper, zink, jodium, magnesium, molybdeen, selenium enz. waarmee de chemische binding is aangegaan.

Dit betekent dat er te weinig voedingstoffen opgenomen worden en dit kan leiden tot een mineralentekort, terwijl deze mineralen wel voldoende aanwezig waren in de voeding!

Dit mineralentekort zorgt er verder voor dat uw pup niet op een normale manier kan groeien en dat ook zijn botten niet kunnen groeien op een normale manier.

2. de kalk verstoort de hormoonhuishouding en met name de productie van PTH, parathormoon, en CT, calcitonine. Deze hormonen regelen het kalkgehalte in het bloed.

PTH zorgt ervoor dat het kalkgehalte in het bloed niet te laag wordt - en in extreme gevallen wordt kalk uit de botten gehaald om te zorgen dat er voldoende in het bloed circuleert.

Calcitonine zorgt ervoor dat het kalkgehalte van het bloed niet te hoog wordt - en dat het aantal botcellen dat kalk kan opnemen, verminderd wordt.

Als er te veel kalk in het bloed circuleert, is er ook te veel calcitonine in het bloed en wordt het normale groeiproces van de botten vertraagd.

De invloed van te veel eiwitten op bottenproblemen

Bron: Dr. Ian Billinghurst – Grow Your Pups With Bones

Als er te veel eiwitten in de voeding zitten, kan dit op drie manieren bijdragen aan problemen met de botten:

Te veel eiwitten betekent te veel energie. Hierdoor wordt er te snel gegroeid waardoor er zwakke botten gevormd worden.

Te veel eiwitten zorgt voor een verhoogde kalkuitscheiding omdat eiwitrijke voeding er voor zorgt dat het lichaam veel kalk uitscheidt met de urine.

Dit kan leiden tot een kalktekort, ook al is er voldoende kalk in de voeding.

Als er weinig eiwitten in de voeding zitten, wordt de groei vertraagd. Dit betekent, dat er weinig tot geen problemen komen wanneer er ook te weinig mineralen zoals kalk, zink of koper in de voeding zitten en wel omdat de groei vertraagd is.

Maar wanneer het eiwitgehalte verhoogd wordt zonder dat ook het mineralengehalte verhoogd wordt, gaat de pup snel groeien en opeens zijn er symptomen van een mineralentekort. Deze symptomen treden op in de vorm van bottenproblemen.

Vaak zie je dit wanneer de pup van de fokker naar de eigenaar gegaan is.

De nieuwe eigenaar zet de pup op eiwitrijke voeding met veel kalk en dit is een aanslag op de in het lichaam aanwezige mineralen zoals zink, mangaan, selenium en koper.

Een tekort aan een van deze stoffen is onmiddellijk te merken aan de botten. Kopertekort bijvoorbeeld veroorzaakt kreupelheid, stijfheid en vergrootte gewrichten.