Kalk bijvoeren? Niet doen!

Ignit Bekken in Suriname Times, 12 december 2009

Er zijn misopvattingen over de opgroei van pups. Zoals de volgende bijvoorbeeld. Een pup van een groot ras heeft extra kalk nodig – anders groeien de botten niet goed.

Als u een goede brok voert, hoeft u geen kalksupplement bij te voeren. Er zit genoeg kalk en fosfor in - en in de juiste verhouding.

Een pup van een klein ras eet niet veel – en krijgt minder binnen dan een pup van een groot ras. Die eet wel 2-3 keer zo veel en krijgt dus 2-3 keer zo veel kalk en fosfor binnen.




Om te begrijpen wat er gebeurt als u kalk bijvoert, moet u weten hoe het lichaam van uw pup kalk en fosfor verwerkt en benut.

Het is een lastige materie en ik hoop, dat ik er in geslaagd ben om het op een begrijpelijke manier over te brengen.

Kalk en fosfor spelen een belangrijke rol bij drie lichaamsfuncties:

1. Stevigheid van het skelet (de botten),

2. Bloedstolling,

3. Samentrekking van de spieren.

Het zijn mineralen, die het lichaam zelf niet kan maken. Dit betekent dat ze in de voeding moeten zitten, in de juiste verhouding en hoeveelheid.

In het lichaam wordt alles geregeld door systemen, die controleren of er te veel of te weinig van iets is – en tot actie overgaan, als de balans van dat "iets" verloren dreigt te gaan. Zo wordt "dis-ease" of "on-gemak" (ziekte), voorkomen.

lijn

Bij de kalkhuishouding zijn verschillende systemen actief. Ze:

1. regelen de opname uit de darmen in het bloed,

2. regelen de opname uit het bloed in de botten en de spieren,

3. houden de kalkconcentratie in het bloed op het juiste peil,

4. regelen de afgifte uit de botten en de spieren aan het bloed,

5. regelen de afgifte uit het bloed aan de nieren,

6. regelen de afvoer uit het lichaam door de nieren.

lijn

Er mag niet te veel kalk in het bloed circuleren - en ook niet te weinig. Daarom wordt voortdurend gecontroleerd wat het peil, de spiegel, is.

Als de kalkspiegel te hoog of te laag is, produceren de schildklier en de bijschildklier hormonen, die naar het bloed gaan om te zorgen dat alles weer op peil gebracht wordt.

Vandaag kijken we naar de schildklier en wat er gebeurt, als u extra kalk bijvoert aan uw opgroeiende pup.

Als u kalk bijvoert in de vorm van een kalksupplement, komt er veel in het bloed terecht.

Als het kalkgehalte van het bloed te hoog wordt, gaat er een boodschap naar de hersenen: de kalkspiegel is te hoog – hij moet omlaag gebracht worden.

U kunt denken aan de werking van de thermostaat van een airco – als de temperatuur te hoog wordt, komt hij in actie om deze omlaag te brengen. Zo komen de hersenen in actie om de kalkspiegel omlaag te brengen.

De hersenen sturen een boodschap naar de schildklier. Daar wordt het hormoon calcitonine geproduceerd. Calcitonine zorgt voor het omlaag brengen van de kalkconcentratie in het bloed.

De schildklier krijgt de boodschap, dat er meer calcitonine in het bloed gebracht moet worden en begint meer van het hormoon te produceren en in het bloed te brengen.

Calcitonine haalt de overtollige kalk uit het bloed door te zorgen dat:

1. er meer botweefsel wordt gevormd,

2. er minder kalk opgenomen wordt uit de darmen,

3. er meer kalk uit het lichaam gaat via de nieren.

Als u brokken voert en kalk bijvoert, is er altijd te veel kalk in het bloed. Er wordt continu calcitonine geproduceerd om de overtollige kalk er zo snel mogelijk uit te krijgen.

De gevolgen:

1. het botweefsel van de opgroeiende pup calcificeert te snel in verhouding met de groei van de rest van het lichaam -> dit zorgt voor abnormale bottengroei en pijn.

2. door de voortdurende productie van calcitonine raakt de schildklier gestresst -> de functies kunnen verstoord raken en uw pup kan problemen met de schildklier krijgen.

Hoe meer kalk u voert, hoe minder het lichaam opneemt -> u heeft uw geld verspild.


colostrum dieetvoeding