Rauwe voeding voor katten - het nierdieet

Irene Henkes en Ignit Bekken

Bij de voeding voor katten met nierfalen is het belangrijk om de hoeveelheid eiwitten, fosfor en zout aan te passen aan de mate waarin de nieren nog functioneren.

Wanneer echter om wat voor reden dan ook, een nierdieet gevoerd moet worden, is het belangrijk om zoveel mogelijk eiwitten te voeren van een goede kwaliteit om te voorkomen dat het dier vermagert.




Belangrijk is dat er absoluut zonder granen moet worden. Granen bevatten slecht verteerbare eiwitten, veel fosfor en veel cellulose, allemaal zaken die je niet wilt voor je dier met nierproblemen.

Wat wilt u dan wel - en wat wil uw kat als die nog nooit rauwe voeding gegeten heeft.

Dat zijn zaken die je moet uitproberen. In dit artikel vindt je een aantal aanwijzingen en tips. Verder hangt het af van hoe goed je je kat kent om het voor elkaar te krijgen dat hij met het nieuwe eten begint.

Soms gaat het snel en gemakkelijk: de kat heeft door wat nodig is en pakt het snel op. Een voordeel is dat veel katten zelf het een en ander vangen en dus bekend zijn met rauw voer.

Tip 1. Let altijd goed op de ontlasting. Het is normaal dat er veel minder ontlasting komt wanneer de voeding rauw gegeven wordt, maar het moet er wel soepel uit blijven komen. Wanneer je het idee hebt dat het moeilijker gaat, kan je wat extra olie door het voer doen. Duurt het langer dan 2 dagen voordat er ontlasting is, dan kan er iets mis zijn en is het verstandig om de dierenarts te bellen. Wanneer de ontlasting te dun is (diarree): kijk het even aan. Vaak herstelt het snel. Zo niet, stapje terug doen en dan langzamer opnieuw beginnen. Eventueel gebruik maken van boombastmeel (www.spat.com) of Transfer Factor (ww.ivysleague.nl).

Tip 2. Katten staan er om bekend dat het moeilijk kan zijn om ze over te zetten van het bekende lekkere (verslavende) brokje of blikje, naar het echte spul.

Methodes die kunnen helpen, zijn:

Doe wat warm water over het nieuwe voer.

Mix het nieuwe voer met oude en geef geleidelijk meer nieuw voer en minder oud voer.

In eerste instantie is het harde spul (bot, kraakbeen) misschien te moeilijk. Maal het fijn met een vleesmolen, sla het plat met een hamer oftewel: verzin iets.

Naarmate het lekkerder gevonden wordt en ze meer terug bij zichzelf komen, hoef je daar minder aan te doen en uiteindelijk eten ze het voedsel zoals je het voorzet.

Zorg dat het eten in het begin supervers is.

Geef in het begin steeds hetzelfde zodat ze aan het idee kunnen wennen. Als dat goed gaat, kan je langzaam beginnen te variëren.

Katten zijn zeer flexibel, zolang het van henzelf uitgaat.

Tip 3. Geef bij voorkeur ecologisch/biologische spullen. Dit om het systeem van het dier minder te belasten.

Tip 4. Het is belangrijk te kijken wat de kat altijd al lekker vond en daar mee te starten.

Bijvoorbeeld: het blikvoer met kalkoen was favoriet, dan begin je dus met een mix gebaseerd op kalkoenvlees en bot.

Gaat dit goed, dan maakt u de volgende met wat kip erbij, enzovoorts.

We hebben het trouwens over rauwe voeding.

De rauwe botten met vlees - worden NIET gekookt, gebraden, gestoofd of wat dan ook. Gewoon rauw… evenals de groenten, het fruit, het orgaanvlees etc.

Rauwe voeding voor een gezonde kat

70-75% Rauwe vleesbotten (verhouding vlees/bot = 3:1)

15-20% Orgaanvlees

10-15% Groente en fruit

0- 5% Melkproducten, eieren, supplementen

Bij een nierdieet worden deze hoeveelheden aangepast aan de situatie van de kat.

Is het nierfalen in een nog licht stadium, dan kun je volstaan met een lichte aanpassing. Hoe erger het is, hoe meer je aan moet passen.




Bij het overschakelen op rauwe voeding kunt u het beste uitgaan van rauwe vleesbotten.

Katten hebben over het algemeen iets tegen groenten en fruit. Dit is niet zo vreemd, ze zijn niet gebouwd op het eten van veel groente en fruit.

Voeding bij een licht stadium van nierfalen.

De verdeling zou als volgt kunnen zijn:

50-60% Rauwe vleesbotten

5-10% Orgaanvlees

30-45% Groente/fruit

Is de ziekte in een verder gevorderd stadium, dan zal het aandeel rauwe botten met vlees aangepast moeten worden. Dit hangt af van wat de dierenarts adviseert.

Het komt er op neer dat het aandeel groente en fruit steeds groter wordt en het aandeel rauwe vleesbotten steeds kleiner, naarmate het nierfalen ernstiger wordt.

Groente enfruit worden in de keukenmachine of sapcentrifuge helemaal fijn gemaakt, zodat de voedingsstoffen voor de katten bereikbaar worden. Katten kunnen de celwanden van planten niet verteren. Ze moeten opengebroken worden.

De rauwe botten en vlees worden vermalen in een vleesmolen. Daarna mengt u alles door elkaar.

Uitgaande van ongeveer 4 kilo voer voegt u verder toe:

yoghurt – vetarm en ongesuikerd – 250 ml

eieren – rauw, bij voorkeur scharreleieren – ongeveer 3

lijnzaad olie – vier dessertlepels

orgaanvlees: lever/nieren/hersenen/hart/vuile pens – rauw – maximaal 250 gram.

U maakt erbolletjes van, of kubusjes of wat dan ook, en vriest ze in. Per maaltijd haalt u uit de vriezer wat u nodig heeft.

TIP: gebruik een ijsblokjesmodel! Daarmee zijn de porties makkelijk af te passen.