Melk

Er is geen voedingsmiddel, waar de meningen over de nuttigheid ervan in het hondendieet zo verdeeld zijn als bij melk.

Wij vinden een dagelijkse portie melk ook voor onze volwassen dieren, vooral in de tropen waar veel vocht moet worden opgenomen, een uitstekende afwisseling in het menu.




Melk bevat uitstekende en gemakkelijk opneembare eiwitten, voornamelijk in de vorm van caseine, albumine en globuline en gemakkelijk voor het lichaam benutbare vetten, koolhydraten en minerale bestanddelen.

Er zit een aanzienlijk percentage water in dit voedingsmiddel, maar melk bevat toch nog ongeveer 12-14 procent vaste stoffen tegen bijvoorbeeld vlees (mager) ongeveer 20-22 procent.

De melkvetten zijn een uitstekende vetbron en de dragers van de o zo belangrijke onverzadigde vetzuren, vitamine A en vitamine D.

De koolhydraten, voornamelijk in de vorm van melksuikers, zijn bijna volledig door de darmwand opneembaar.

Er zijn geen ijzerverbindingen, maar wel minerale bestanddelen, waarvan natrium- en kalium chloride (fosfaat) van groot belang zijn voor de hond.

Melk bevat verschillende vitamines en verse, rauwe melk is een tamelijk goede vitamine C bron. Zo vond men voor kort in 100 gram goede verse melk de volgende hoeveelheden vitamines: Vitamine A (en wat carotine), B1, B2, nicotinezuur, pantotheenzuur, B6, C en D.

Karbouwenmelk bevat meer vet dan koemelk en ook geitenmelk met een hoger vet- en eiwitgehalte dan koemelk kunnen we uit ervaring warm aanbevelen.

Men moet niet de dagelijkse portie vlees door melk vervangen: het te voeren quantum melk zou dan veel te groot worden.

Melkpoeder

Door de bereiding heeft het, afhankelijk van de wijze waarop dit geschiedde en de toegepaste temperatuur, wel iets aan voedingswaarde verloren.

Zo kan o.a. het vitaminegehalte achteruit gegaan zijn.




Magere melkpoeder heeft een lagere biologische voedingswaarde, omdat de vetten en de daarin opgeloste vitamines verwijderd zijn.

Honden krijgen geen zere ogen van melk – dat is een sprookje.

Melkslib uit de centrifuge

Ook al hebben de daarin voorkomende bestanddelen nog wel voedingswaarde, toch is dit slib een uiterst gevaarlijk voedsel.

Het vuil van de koeien, aarde, huidschilfers, faeces en haren kunnen er in terechtkomen – en er kunnen ook zaken als coccen, etter en bloed uit ontstoken uierkwartieren, bacteriën en bacillen in geslingerd worden.

Het is gevaarlijk voor honden, maar de mens die er mee omgaat, kan ook besmet worden.

Tijdens de tweede wereldoorlog zijn er tal van honden en nesten mee te gronde gegaan.

Koeienspenen en uiers mogen daarom nooit rauw gevoerd worden.