Kruiden oogsten
Door het plukken van vruchten, bladeren en takken wordt de groei van de plant bevorderd, het is goed voor haar algehele gezondheid.
De bloemen moeten vlak voor de knop opengaat worden geplukt, omdat de meeste kruiden dan een optimale smaak hebben.
Overblijvende kruiden kunnen tijdens hun groeitijd twee of drie goede oogsten opleveren, maar het best is om ze eerst een jaar de tijd te geven om zich goed te ontwikkelen.
Bij het oogsten van blijvende planten is het belangrijk niet in de houtachtige delen te snijden.
Bij eenjarige planten is het mogelijk de plant twee keer tijdens de groeitijd tot 10 cm van de grond af te snijden.
U kunt het zaad verzamelen wanneer de zaadpeulen van kleur veranderen - en er zaad uit de peulen valt wanneer u er op tikt.
Gezonde planten geven de beste extracten. Ze hebben de meeste werkzame stoffen en vluchtige oliën.
Bij het plukken kunt u aromavermenging voorkomen door elk kruid in een apart zakje te stoppen. Zo blijven geur en olie behouden.
Plantendelen
Bladeren en stengels – jonge, verse blaadjes en stengels voor ze taai en houtachtig worden
Zaad – zaadknoppen of zaadpeulen voor ze overrijp worden. U snijdt ze af en legt ze op een warme, droge plaats te rijpen.
Bloemen –de bloem, net onder het bloemhoofd van de steel, als ze opengaat en haar hoogtepunt bereikt.
Bessen en vruchten – deze kunnen het best geplukt worden als ze rijp zijn, maar voordat ze overrijp of door vogels beschadigd zijn. Pluk de vruchten en gebruik ze direct of maak ze in.
Wortelstokken, wortels en knollen – wacht tot de bovengrondse stengels en bladeren dood zijn en de plant aan zijn winterslaap begint en graaf dan de ondergrondse delen uit.
Hout en bast – veel planten hebben bast of hout dat gebruikt kan worden. Snijd bast nooit rondom van de plant, want dan is hij niet meer beschermd tegen infecties.
Snijd de bast van geoogste twijgen of takken en sluit de gesneden plekken aan de plant goed af.
Bron: Marcus A. Webb - The Herbal Companion, 1997.