De natuurlijke voeding van de volwassen hond

’s Middags - 100 procent volle graanvlokken (tarwe, haver, maïs, rogge of gerst) geweekt met groentenat of melk [zure melk is heel geschikt].

Eventueel wat tarwebrood of roggebrood toevoegen, of maïs(meel) en een rauw ei erdoor roeren. Vier maal per week een dessertlepel zonnebloemolie, olijfolie of maisolie.

’s Avonds - de hoofdmaaltijd. Grote stukken rauw vlees, geef geen bevroren vlees. Voeg wat vet toe, 2 theelepels tarwekiemen en ’s winters 2 theelepels levertraan.

Ook wat zeewierpoeder en een volle dessertlepel gepureerde kruiden zoals peterselie, waterkers, paardebloem enz. Verder nog een paar dessertlepels zemelen of havervlokken tegen haaruitval.

Botten moeten altijd rauw zijn en na de vleesmaaltijd gegeven worden, dus nooit op de nuchtere maag.

Mergpijpen mogen vaak gegeven worden.

Pens kan gelijk met het vlees gegeven worden

Af en toe afval van lever en nieren enz.

Kippenpoten zijn rijk aan calcium en alle honden zijn er gek op.

Per week 1 vleesloze dag en 1 vastendag.

Op de vleesloze dagen melk, witte kaas, eieren en graan geven.

De dag erna een vastendag houden met alleen vocht en ’s avonds een laxeermiddel en ’s morgens antiseptische kruidenpillen.