Overschakelen met een oudere hond
Bent U klaar om te beginnen? Overhaast u zich dan niet – doe het rustig aan.
Begin met een eenvoudige samenstelling van de voeding – bijvoorbeeld goed bevleesde botten of gemalen botten met vlees van één diersoort.
Prop uw hond niet vol met allerlei rauwe hapjes die goed voor hem zijn.
Na een leven lang droogvoer kan hij in het begin problemen hebben met de vertering van vers eten.
U begint met wat magere kippennekken of kippenruggen en dit geeft u een aantal dagen een paar uur voor zijn eigenlijke maaltijd.
Houd de porties klein en zorg dat uw hond zich niet kan overeten. Voor elke 100 gram rauwe voeding geeft u 30 gram brokken minder.
Wordt het goed verteerd? Dan kunt u na een dag of vijf proberen of het ook goed gaat met een andere diersoort, bijvoorbeeld lam of kalf.
Gaat dit ook goed? Dan maakt u na een dag of vijf een groentemix van een of twee lichtverteerbare groentes en mager gehakt.
Verdraagt uw hond geen kalf of lam? Dan voert u voorlopig geen botten, vlees en orgaanvlees van de diersoort die hij niet goed verdraagt. Het is belangrijk om de omschakeling soepel te laten verlopen met voeding die uw hond goed kan verteren.
Honden kunnen de cellulose in de celwanden niet afbreken, waardoor ze de voedingsstoffen in de plantencellen niet kunnen benutten. Fijnhakken is niet voldoende om alle voedingstoffen in het binnenste bloot te leggen.
De groente moet gepureerd of fijngemalen worden met een mixer, juicer of keukenmachine. Het voordeel van een juicer is, dat u later het sap naar wens weer kunt toevoegen aan de pulp.
Groente die gepureerd of fijngemalen is, lijkt het een beetje op de inhoud van de maag van een herkauwer.
Bij koken worden de celwanden wel vernietigd, maar veel waardevolle voedingstoffen en enzymen vervliegen en uw hond mist de boot alsnog.
Doe niet alles tegelijk!
Na twee tot vier weken met deze eenvoudige uitvoering van BARF, kunt u wat zwaardere voedingsmiddelen zoals rauwe eieren, lever en ander orgaanvlees toe te voegen. Ook kunt u eens wat meer vet aan de kippenbotjes laten zitten.
Dit doet u weer een paar weken. Ondertussen bent u al behoorlijk handig geworden in het klaarmaken en kunt u beginnen na te denken over hoe verder.
Er wordt ook wel aangeraden om de eerste paar maanden geen zwaar verteerbare botten met vlees en vet te voeren aan de wat oudere honden. Doe het rustig aan. Kijk hoe uw hond reageert en ga een stapje verder of niet aan de hand van uw hond.
Oudere honden hebben meer kans op problemen met de alvleesklier.