Overschakelen met Dr. Ian Billinghurst
Er zijn twee obstakels waar u in het begin tegenaan kunt lopen:
de hond wil het nieuwe voer niet eten
na de omschakeling krijgt hij last van darmstoornissen.
Is uw dier al gewend aan rauwe of gekookte voeding, dan verloopt de omschakeling meestal snel en zonder problemen.
Heeft hij zijn hele leven brokken gegeten, dan kan de omschakeling gepaard gaan met stress op de spijsvertering.
De snelle omschakeling is geschikt voor gezonde, jonge honden zonder problemen met de spijsvertering. Na de introductie van rauwe voedingsmiddelen, bepaalt u met welke u begint.
De acceptatie is maximaal - de kans op darmstoornissen minimaal.
Dr. Billinghurst vindt deze manier van omschakelen minder geschikt voor oudere honden en honden met darmproblemen of een verminderde weerstand.
Er zijn oudere honden die hun hele leven brokken gegeten hebben en de combinatie brokken en rauw niet verdragen. Ze krijgen diarree, moeten braken of beide.
Dan heeft u geen andere keus dan zo snel mogelijk om te schakelen.
Een verwende hond krijgt een of twee dagen voor u hem overzet geen eten.
Dit heeft twee belangrijke voordelen:
Hij ontgift al een beetje.
Door de honger is hij sneller bereid om het nieuwe eten te accepteren.
De beste manier om een begin te maken is het voeren van rauwe botten met vlees.
Een kippennek is prima geschikt voor kleine honden. Voor grote honden mag het een kalkoennek, kippenrug, ossenstaart of schapenbot met vlees zijn.
U blijft erbij en kijkt goed hoe de hond er mee omgaat
Wordt het bot uit uw handen gegrist en in te grote stukken doorgeslikt, dan kan het klem gaan zitten in de slokdarm - hangt af van de grootte van het bot en de grootte van de hond.
U mag de hond niet overvoeren. Zijn spijsvertering is niet in staat om meteen veel nieuw eten te verwerken. Voert u te veel nieuwe dingen tegelijk, dan heeft u kans dat er gebraakt wordt of dat de darmen van slag raken.
De eerste dagen geeft u niet veel eten. Dit is vooral belangrijk bij de grotere rassen of een hond die overal enthousiast op aanvalt en alles snel naar binnen werkt.
Het beste kunt u ongeveer tweederde van de berekende dagelijkse portie voeren. U verdeelt het eten over meerdere, kleinere maaltijden per dag.
Vindt u het eng vindt om te beginnen met rauwe botten, dan kunt u ze malen en voeren.
Kippennekken en vleugels zijn hier heel geschikt voor. Het is belangrijk om de hond niet te overvoeren. Gaat alles goed zonder darmstoornissen, dan kunt u na een paar dagen beginnen met de introductie van anere voedingsmiddelen.
U kunt ook beginnen met het voeren van een multimix. Kiest u hiervoor, dan is het belangrijk om de hond eerst te laten vasten. U voert de eerste dagen niet te veel en verdeelt het eten in kleinere porties, die verdeeld over de dag gevoerd worden.
Hou de multimix eenvoudig en stop er niet te veel supplementen en kruiden in. Wordt het goed verdragen en verteerd, dan kunt u daarna wat rauwe botten met vlees voeren of een andere eiwitbron verwerken in de multimix.
Daarna kunt u geleidelijk wat groente toevoegen aan de multimix, orgaanvlees, eieren enz.
Is uw hond eenmaal gewend aan het nieuwe eten en u ook, dan kunt u eindeloos variëren en afwisselen.
Hoe meer afwisseling en variëteit, hoe meer compleet en gebalanceerd.
