Hoeveel voeding voor pups
Het is belangrijk om uw pup slank te houden, zodat zijn botten kunnen groeien zonder extra belasting door overgewicht. Daarom mag hij niet maximaal eten en niet maximaal groeien.
Er zijn verschillende manieren om te bepalen hoeveel voeding u geeft.
1. Een percentage van het ideale gewicht op volwassen leeftijd. Dit ligt tussen 2 procent voor de grote rassen en 8 procent voor de kleine rassen.
2. Een percentage van het werkelijke gewicht. Dit ligt tussen 3 procent voor de grote rassen en 10 procent voor de kleine rassen.
3. U voert met uw ogen. Groeit de pup goed en blijft hij slank zonder dat zijn ribbetjes uitsteken, dan krijgt hij voldoende voeding binnen. Wordt hij mager, dan geeft u meer.
Hoeveel maaltijden per dag
U kunt uitgaan van het volgende schema, maar hou er rekening mee dat het niet opgaat voor elke hond:
drie tot vier maaltijden per dag tot hij drie maanden oud is.
van drie tot zes maanden geeft u twee tot drie maaltijden per dag.
van zes maanden tot twaalf maanden twee maaltijden per dag.
na twaalf maanden een maaltijd per dag.
Er zijn ook mensen die het volgende aanhouden: de pup mag bij elke maaltijd net zo veel eten als hij in tien minuten naar binnen kan werken. Daarna halen ze het eten weg. Deze richtlijn is eigenlijk alleen van toepassing bij brokken.
Het zou goed zijn om al die richtlijnen te combineren met de volgende:
De pup moet altijd een beetje hongerig blijven.
De pup mag niet te snel groeien.
Af en toe, een of twee keer per week, krijgt de pup gedurende 12 uur lang alleen vloeibaar voedsel.
De pup mag niet mollig en dik worden.
De pup moet slank, actief en lenig blijven.
U moet leren om naar uw pup te kijken.
Weet u niet zeker of hij te dik is, te mager of juist goed? Neem dan contact op met uw dierenarts.
U hoeft de regels niet slaafs op te volgen.
Twee, drie of vier maaltijden per dag - het zijn ruwe richtlijnen. Het is niet nodig om te voeden met de klok.
Het is niet nodig om altijd drie tot vier maal per dag tegeven - en op precies dezelfde tijd.
Voer, indien mogelijk, op zoveel mogelijk verschillende tijden.
Past het bij uw levensstijl en werkuren om de pup op verschillende tijden te voeren? Prima.
Past een strak tijdschema beter bij uw levensstijl? Prima, geen probleem.
In de natuur eten zowel pups als volwassen honden op onregelmatige tijden. Ze eten wanneer ze honger hebben en wanneer er eten beschikbaar is.
Het is belangrijk om niet aan alle eisen van uw pup toe te geven. Dr. Billinghurst is geen voorstander van voeren op gezette tijden maar ook niet van voeren als en wanneer er om gevraagd wordt.
Het moet een combinatie zijn van een pup die honger heeft en wat u het beste uitkomt.
Is het bijvoorbeeld moeilijk om op tijd thuis te zijn om de pup te voeden, dan kunt u die gelegenheid gebruiken om de pup op een gezonde manier te laten vasten.
Het idee dat de pup niet te snel mag groeien, mag niet omslaan in het tegenovergestelde: groeibelemmering en verhongering. Gebruik uw gezonde verstand. Te weinig eten zorgt voor een onherstelbare schade.
In cijfers uitgedrukt, zou hij ongeveer driekwart moeten krijgen van wat hij zou eten wanneer hij zo veel zou mogen eten als hij op zou kunnen.
Er is geen lijst met getallen om aan te geven hoeveel eten u moet geven op een bepaald gewicht en bij een bepaalde leeftijd. Zo werkt het niet. Het hangt af van veel verschillende zaken.
U moet leren om uw hond kritisch te bekijken en uw gezonde verstand te gebruiken. Weeg hem elke week en maak notities.
De ribben moet u gemakkelijk kunnen voelen maar ze mogen niet uitsteken. Bij een kortharige hond mogen ze niet te zien zijn. Bij een langharige hond haalt u de vacht uit elkaar om te kijken of u onderzoekt hem wanneer hij drijfnat is.
Twijfelt u of uw pup wel op de gewenste manier groeit, of te snel groeit of te dik is, of te langzaam groeit, te mager is en te veel achterblijft, of dat hij precies goed is? Neemt u dan contact op met uw dierenarts.
Lees op het forum over de ervaringen van anderen.