Het spenen van pups op barf of versvlees
Pups van drie weken en ouder kunnen al kennis maken met rauwe vleesbotten. Bijvoorbeeld kippenvleugels, kippennekken of -ruggen, kalkoen, eend of wat u in huis heeft.
Het eten moet op kamertemperatuur zijn - niet koud of bevroren. Het mag ook niet gekookt worden en oud en ranzig zijn. Het eten is warm, rauw en vers - en het ruikt lekker.
Pups van drie weken en ouder
U kapt of snijdt alles in kleine stukjes om de geur- en smaakfactor te verhogen, zodat het eten aantrekkelijk wordt. De stukjes mogen zo klein zijn als u wilt, maar het mag geen gehakt worden.
Dan gooit u wat stukjes voor de pups. Ze ruiken er aan, rollen er in en misschien grommen en vechten ze om een stukje. Ze zuigen er op, bijten er in en eten er van. Misschien komt de moeder erbij om ook wat mee te eten. Dat is niet erg. Dan gooit u er nog wat bij. Begint ze vervelend te doen, dan haalt u haar weg.
Zijn de pups klaar en wordt het restant niet gegeten door de moeder, dan ruimt u alles op en maakt u alles schoon. U voert altijd verse stukjes.
Het is niet erg dat de pups nog niet veel tanden hebben. De tanden komen niet bij alle rassen en alle honden op hetzelfde moment door. Wordt de moeder goed gevoed, dan krijgen de pups alles wat ze verder nog nodig hebben, van haar.
Het is ook niet belangrijk dat de pups de stukjes kip echt eten. Geeft u rauwe voeding aan de moeder, dan heeft ze meer dan genoeg melk. Het doel is om de pups te laten wennen aan de geur, de structuur en de smaak van rauwe botten met vlees.
Af en toe kunt u ook eens wat stukjes rauwe lever geven om mee te spelen. Net als bij de botten, eten ze er misschien wat van en misschien ook niet.
Het is nu nog niet belangrijk of er gegeten wordt of niet – uiteindelijk doen ze dat toch wel.
De voeding bestaat uit 50 procent botten en 50 procent vlees en u geeft de gekapte stukjes een paar keer per dag.
Pups van vier weken en ouder
Tegen de tijd dat de pups vier weken oud zijn, spelen ze niet langer met de lever en de rauwe vleesbotten - ze eten er van of proberen dat te doen.
Gaat dit moeilijk omdat ze erg klein zijn of weinig tanden hebben, dan kunt u de stukjes kleiner maken of malen. Dat moet u zelf beoordelen. Pups van grotere rassen zoals Rottweilers en Herders kunnen gemakkelijk grote stukken lever en botten met vlees eten. De botjes worden met veel plezier vakkundig gekraakt.
U moet niet meer doen dan wat nodig is! Hoe minder werk met het kappen van het eten - hoe beter voor u en de pups.
Drinken de pups nog volop bij hun moeder, dan geeft u ze vier keer per dag wat stukjes bot met vlees en wat lever. De samenstelling van de voeding is nu ongeveer:
40-45% rauwe botjes
40-45% rauw vlees
10-15% orgaanvlees
Heeft de moeder niet meer genoeg melk, dan voert u 5-10 procent van het gewicht van de pups, verdeeld over de dag. Dr. Billinghurst geeft aan, dat de grotere rassen in de buurt van 5 procent per dag uitkomen en de kleinere rassen in de buurt van 10 procent.
Ik raad u aan om zelf te bekijken wat in uw geval het beste werkt, want elk nest is weer anders en deze percentages zijn niet meer dan een uitgangspunt.
Pups van vijf weken en ouder
Tegen de tijd dat de pups vijf weken oud zijn, eten ze stukken kip zonder dat ze gekapt hoeven te worden, vooral de grotere rassen en rassen waarbij de tanden vroeg doorkomen.
Kunnen ze nog geen botjes kraken of hebben ze nog niet veel tanden, dan blijft u doorgaan met kappen en eventueel malen tot ze genoeg tanden hebben om het werk zelf te doen.
Net als alle andere veranderingen, moet de omschakeling van gemalen naar grote stukken soepel en geleidelijk verlopen. Op het eind van de speentijd moeten alle pups grote stukken bot met vlees kunnen eten.
U houdt ongeveer dezelfde percentages aan als toen de pups nog vier weken waren. Ze zijn gegroeid en krijgen dus wel meer eten.
Pups van zes weken en ouder
Tegen de tijd dat de pups zes weken oud zijn, eten ze vast voedsel – rauwe botten met vlees. Het grootste deel van hun voeding bestaat uit rauwe botten met vlees en dit wordt aangevuld met orgaanvlees.
Ze krijgen nog steeds melk van hun moeder (als haar voeding adequaat was en nog steeds is), maar ze brengt minder tijd door met de pups.
Nu is het tijd om de groentenmix te introduceren. Hier gebruikt u gemalen hele kippen of kippenvleugels voor.
Het malen doet u liever zelf, tenzij u weet wat er in het gemalen vlees zit en dat er geen synthetische conserveringsmiddelen in zitten.
35-40% rauwe botjes
35-40% rauw vlees
10-15% orgaanvlees
5-10% groentenmix
De percentages zijn een uitgangspunt en hoeven niet zo precies te kloppen. Wat wel belangrijk is, is dat het overgrote deel van de voeding uit verteerbare botten en vlees bestaat.
U voert 4-5 keer per dag en u hoeft niet alles tegelijk te voeren. De ene maaltijd bestaat bijvoorbeeld uit botjes en vlees, de volgende uit orgaanvlees en daarna gemalen vlees met groente. U kunt ook af en toe een bak neerzetten met van alles en nog wat er in, zodat de pups hun buikje rond kunnen eten. Wat overblijft, haalt u na een kwartier weg.
Pups van zeven weken en ouder
Op de leeftijd van zeven weken zijn de pups voor 95 procent gespeend. Ze hebben de melk van hun moeder niet echt meer nodig, al zullen ze het nog wel bij haar drinken. Op deze leeftijd eten pups alles. Het is de beste tijd om zoveel mogelijk nieuwe voedingsmiddelen te introduceren.
Wat betreft voeding is de periode van zes tot acht weken heel belangrijk. De pups zijn heel erg nieuwsgierg en u zet alles wat te maken heeft met barf en versvlees op het menu.
Honden die als pup leren om alles te eten, worden niet kieskeurig en eten ook alles op volwassen leeftijd. Daardoor is het gemakkelijk om te zorgen voor een balans in de voeding.
De percentages zijn nu ongeveer:
25-40% rauwe botten
25-40% rauw vlees
15-20% orgaanvlees
10-20% groentenmix
Pups van acht weken en ouder
Op de leeftijd van acht weken zijn de pups onafhankelijk van hun moeder geworden en volledig gespeend op barf en/of versvlees. Ze krijgen geen problemen bij hun nieuwe baasjes wat betreft de acceptatie van voedsel en darmstoornissen.
Hopelijk blijven ze op de rauwe voeding, die ze gewend zijn.
Pups van de grotere rassen slikken grotere stukken in op deze leeftijd. Dat is oke en u kunt kunt overstappen op hele kippen of grotere kipdelen – of eend of kalkoen, wat u maar kunt vinden.