De experimenten van Ivan Petrovitsj Pavlov
Ignit Bekken in Times of Suriname, 20 februari 2010
Hij werd geboren in 1849, studeerde farmacologie en fysiologie en ontving in 1904 een nobelprijs voor zijn bijdrage aan de wetenschap.
Zijn speciale belangstelling ging uit naar het gedrag van mensen en dieren. De rode draad in zijn werk is aangeleerd gedrag.
Pavlov wilde de spijsvertering van de hond onderzoeken en deed dit onder andere door op te meten hoeveel speeksel de honden produceerden bij verschillende soorten eten.
Dat ging niet. De honden begonnen al te kwijlen bij het zien van het eten. Hij vond dit interessant, wilde er het hoe, wat en wanneer van weten en begon te experimenteren.
Hij deed dit door eerst een signaal te laten horen en pas daarna het eten aan te bieden. Toen hij dat een paar keer gedaan had, begonnen de honden al te kwijlen bij het horen van de bel.
De honden hadden geleerd dat het geluid van de bel betekende dat er eten op komst was. Ze wachtten niet meer tot ze het eten zagen en kregen, maar begonnen al te kwijlen bij het horen van de bel.
Dit wordt een geconditioneerde reflex genoemd: als twee dingen een aantal keren na elkaar herhaald worden, zal het ene herinneringen aan het andere oproepen.
Het is bijvoorbeeld de reden waarom reclame zo goed werkt – en waarom oefeningen herhaald worden bij het trainen van honden.
Het is ook de reden waarom honden, die gewend zijn om altijd op tijd te eten, gal beginnen te braken als het eten niet op tijd komt.
Het is de Deens-Canadese hondentrainer en chemicus Mogens Eliasen die dit verband ontdekt heeft. In zijn boek Rauwe voeding voor honden legt hij uit hoe deze geconitioneerde reflex van de maag doorbroken kan worden.
Dat is niet moeilijk en doet u het goed, dan bent u na een paar weken van het probleem af.
De hond krijgt om te beginnen zijn eten voor zijn etenstijd - hij krijgt eten op een vroeger tijdstip dan hij gewend is. Waarom?
Dan is de maag nog niet begonnen met de voorbereiding op het eten dat verwacht wordt. Er zijn nog geen enzymen en sappen geproduceerd in afwachting van het bekende eten.
De maag wordt gedwongen om pas te beginnen met de productie nadat het eten er is.
De eerste week krijgt de hond het eten steeds iets vroeger. De tweede week krijgt hij het vroeger dan hij gewend is – maar de ene keer een uur eerder, dan een half uur eerder, dan twee uur eerder.
Dus wel altijd eerder – maar op wisselende tijden.
De derde week geeft u zomaar eten op het vaste tijdstip van vroeger. Daarna wat later, dan wat eerder. Bij de meeste honden is de geconitioneerde reflex al gebroken tegen deze tijd.
De maag begint niet meer met de productie van enzymen en sappen voor er eten is, maar heeft geleerd om te wachten tot het eten gearriveerd is.